Oude Sam in Rivierenland

De avonturen van Oude Sam

De avonturen van Oude Sam worden geschreven en getekend aan de hand van de woordenlijst van Inktober. Beleef hieronder de 31 dagen van het 2020 avontuur van Oude Sam mee. Een verhaal dat ik opdraag aan mijn tante die aan Alzheimer leed.

Meer weten over Inktober? Klik hier..

Wil je volgend jaar ook wakker worden met De Avonturen van Oude Sam in je mailbox? Schrijf je in voor de nieuwsbrief of volg me op op Instagram en/of Facebook.

Oude Sam in Rivierenland

Vorig jaar eindigde het Inktober avontuur van Oude Sam en zijn vrienden in het uitgestrekte land van de Paardvrouwwezens. Het was adembenemend mooi om daar het magische elfenstof uit te strooien en zo bos, planten en dieren te zien terugkomen. De Moederboom blijft tot alle bomen wereldwijd weer met elkaar verbonden zijn.

De rest van het gezelschap is op reis. De Inca Pinguïn, de husky pup, de zwarte poolbeer en damesvis keren terug naar Het Witte Land. Ze reizen een stuk samen met de waterdraak en de Boomvrouw uit Het Woeste Waterland. Het kleine draakje en de elfjes vliegen inmiddels de hele wereld over. Om zo het magische elfenstof haar werk te laten doen en bomen te laten groeien op plekken waar ze verdwenen zijn.

Oude Sam is op weg naar huis. Naar de boom die uit zijn staart groeide in het eerste Inktober avontuur. Inmiddels is hij in Rivierenland aangekomen. Daar is het spookachtig stil. Hij is nog geen levende ziel tegengekomen. Oude Sam wil dit gebied zo snel mogelijk achter zich laten. Daarom reist hij vaak tot laat door. Pas al het te donker wordt en hij bijna niets meer kan zien zoekt hij een boom om in te slapen. Hoog boven de grond voelt hij zich toch een beetje veiliger.

Op deze eerste Inktober dag wordt Oude Sam langzaam wakker. Aan de overkant van de rivier ziet hij een paar half ingestorte steigers. Er loopt een pad omhoog naar een slapend huis. Wacht even, op de schoorsteen zit een zwarte dames kat. Ze beweegt niet. Aan de zijkant van het huis hangt een uithangbord. Oude Sam kijkt nog eens goed. Wat raar, het is windstil en toch beweegt de vis aan het uithangbord zachtjes heen en weer..


Oude Sam staart gebiologeerd naar de overkant. Ziet hij het goed? Er lijkt wel iemand op de vis te zitten. Een prachtig wezen met vleugels.

Oude Sam springt op. Dat is het het eerste levende wezen dat hij tegenkomt in Rivierenland. Zijn plotselinge beweging is niet onopgemerkt gebleven. Het wezen stopt met schommelen en fladdert naar hem toe.

Haar hele lijf is bedekt met boomschors en kleine takjes. Slierten haar dansen omhoog in de lucht terwijl ze voor Sam zijn neus heen en weer danst.

“Hoi”, zegt het wezen, “ben jij Oude Sam?”

“Ja, dat ben ik”, zegt Oude Sam. “Hoe weet je mijn naam? En wie ben jij?”

Een klaterend lachje klinkt. “Ik ben een Boomelfje. De boomgeesten hebben mij over jou verteld. Ik ben blij dat je hier bent. Rivierenland is in gevaar en ik denk dat jij ons kan helpen.”


De avonturen van Oude Sam - Dag 3

“Wat is er aan de hand?” vraagt Oude Sam.

Het Boomelfje kijkt Oude Sam met grote ogen aan en fladdert driftig heen en weer. “Iedereen in Rivierenland slaapt. Al honderd dagen lang.”

“Dat kan toch niet”, zegt Oude Sam, “waarom ben jij dan wel wakker? En waarom heb ik daar geen last van?”

“Jij hebt in je vorige avontuur een vlinderglittertoverdrankje gekregen van de Zwarte Poolbeer. Om de onoplettendheidsbetovering te verbreken. Daarom word jij wel gewoon wakker.”

Het Boomelfje fladdert nog eens extra met haar vleugels.

“Ik was een paar dagen weg en toen ik terugkwam was iedereen in diepe slaap.”

“Mm”, zegt Oude Sam, “dat klinkt als een mysterie. Laten we bij het huis kijken of we iets kunnen ontdekken.”

Via een bruggetje steken ze de rivier over. Achter het huis ligt een grote berg. Als ze dichterbij komen ziet Oude Sam dat het helemaal geen berg is. Het is een zeil dat iets groots en omvangrijks verbergt. Wat zou het zijn?


De avonturen van Oude Sam

Oude Sam en het Boomelfje lopen behoedzaam verder. De stilte wordt opeens ruw verstoord door gekraak en geruis. Het geluid komt uit het huis. De achterdeur staat open. Voorzichtig sluipen ze naar de deur en steken ze hun hoofd om de hoek.

Het blijkt de keuken te zijn. Op de keukentafel staat een radio. Daar komt het gekraak en geruis vandaan.

Oude Sam en het Boomelfje kijken elkaar aan. Er is verder niemand te zien en er beweegt niets in het huis.

“Kom”, zegt Oude Sam, “we gaan naar binnen”.

Eenmaal binnen bestuderen ze de radio. Het is een oude Philips radio op batterijen. Op de voorkant zit een stickertje geplakt met de naam Elly erop. Bovenop de radio blijkt nog een antenne te zitten. Oude Sam en het Boomelfje schuiven ‘m samen uit.

Dat helpt en het gekraak en geruis maakt plaats voor een stem. Een meisjesstem die paniekerig om hulp vraagt.

“Mayday, mayday, SOS, SOS, help mij. Ik word hier gevangen gehouden. Zoek Jack en zeg dat hij naar de gouden..” De radio valt opeens stil. Oude Sam en het Boomelfje kijken elkaar aan. De batterij heeft het begeven..


De avonturen van Oude Sam

Oude Sam en het Boomelfje gaan op zoek naar nieuwe batterijen maar kunnen die niet vinden. Hoe moeten ze er nu achter komen wie Jack is en waar moeten ze heen?  Een speurtocht door het huis geeft ook geen extra aanwijzingen.

Ze besluiten om weer naar buiten te gaan. Daar staart het grote zeil ze aan.

“Weet jij wat er onder het zeil zit?”, vraagt Oude Sam aan het Boomelfje.

“Nee”, zegt ze, “maar misschien kan het ons verder helpen. Laten we kijken wat er onder zit.”

Oude Sam en het Boomelfje gaan aan de slag. Het is nog een hele klus. Als het eindelijk gelukt is zien ze een badkuip. Op eendenpoten. Met een grote stok in het midden met daaraan twee propellerbladen.

Oude Sam en het Boomelfje kijken elkaar aan. Is het een bad, een boot of een helikopter..


Jack Eekhoorn

Een hoge stem verbreekt de stilte. “Wie maakt mij wakker?”

Oude Sam en het Boomelfje vallen van schrik op de grond.

Twee oren komen boven de rand van de badkuip tevoorschijn. Gevolgd door een hoofd met helm en pilotenbril. Het lijkt wel een of ander knaagdier. Twee scherpe tanden met snor. Dan komt er ook een grote dikke staart tevoorschijn. Het dier slingert deze om de stok in de badkuip, klimt razendsnel naar boven en springt uit de badkuip.

“Nou, wie zijn jullie en wat doen jullie hier?”

“Ik ben een Boomelfje en dit is Oude Sam. We zijn op zoek naar Jack. We hebben zijn hulp nodig.”

De grote staart maakt een prachtige buiging.

“Tot uw dienst, dame en heer. Mijn naam is Eekhoorn.. Jack Eekhoorn.”

Oude Sam en het Boomelfje kijken elkaar aan. Wat een geluk. Nu maar hopen dat Jack weet waar ze heen moeten..


“Waarom hebben jullie mijn hulp nodig?”, vraagt Jack.

Oude Sam en het Boomelfje beginnen te vertellen. Oude Sam over hoe hijdoor het altijd maar stille Rivierenland aan het reizen was tot hij bij dit huis aankwam. Het Boomelfje vertelt hoe ze via haar elfenzusters en de boomgeest had gehoord over Oude Sam en hoe ze hem opgewacht had zodat ze hem om hulp kon vragen. En hoe ze samen het zeil van het bad hadden afgetrokken. Nadat ze die vreemde boodschap over de radio van Elly hadden gehoord. Dat niet iedereen in slaap was gevallen. Maar dat er ook mensen en dieren verdwenen zijn.

Fronsend kijkt Jack het tweetal aan.

“Nou, nou,” zegt hij, “dat is nogal een eigenaardig verhaal. Weet je zeker dat de stem over de radio iets riep over gouden?”

Oude Sam en het Boomelfje knikken bevestigend.

“Weet jij waar we heen moeten?”, vraagt Oude Sam.

“Ja”, zegt Jack, “maar ik had gehoopt daar nooit meer heen te gaan. Ik ben daar niet erg welkom..”


Oude Sam en het Boomelfje kijken Jack Eekhoorn aan.

“Waarom ben je daar niet erg welkom?” vraagt het Boomelfje.

“Laten we het er maar op houden dat ik mijn tanden in iets gezet heb en dat niet iedereen daar even blij mee was.”

Oude Sam en het Boomelfje kijken elkaar met grote ogen aan.

“Ik geloof niet dat we meer uitleg krijgen”, zegt het Boomelfje.

“Nee, dat denk ik ook niet”, zegt Oude Sam, “de grote vraag is wel hoe we daar komen”.

“Dat is niet zo moeilijk”, zegt Jack, “we gaan met mijn badkuip. Die brengt ons als een speer waar we zijn moeten. We hebben alleen nog wat spullen uit het huis nodig en dan kunnen we gaan.”


Het drietal loopt de keuken in en op aanwijzingen van Jack verzamelen ze de spullen die ze nodig hebben. Ook de favoriete teddybeer van Elly moet mee. Ze gooien alles aan boord van de badkuip.

“En nu?”, vraagt Oude Sam.

“Duwen”, zegt Jack, “een badkuip heeft water nodig”.

Het drietal duwt de badkuip het pad af naar de rivier en via de half ingestorte steigers het water in.

“Nu zit ik weer in een avontuur met heel veel water”, moppert Oude Sam een beetje, “daar houden katten helemaal niet van”.

Jack en het Boomelfje moeten lachen.

“Ik zal proberen je droog te houden”, zegt Jack.

Hij drukt op een knop en de propellerbladen beginnen te draaien. Eerst langzaam en dan steeds sneller. De badkuip komt iets omhoog en hangt net boven het water. De eendenpoten nemen een aanloopje.

Jack laat de knop los en roept: “Houd je vast. Daar gaan we dan. Whieoe!”


De badkuip volgt de rivier. Af en toe stuurt Jack een beetje bij. Nu ze onderweg zijn kunnen ze niet veel meer doen dan een beetje praten.

“Wie is Elly?”, vraagt het Boomelfje.

Jack schraapt zijn keel en steekt van wal.

“Elly is het meisje dat in het huis woont. Ze komt oorspronkelijk uit Het Mistige Land. Daar was ze niet gelukkig omdat ze altijd verdwaalde. Ik heb haar helpen ontsnappen. Nu woont ze in het huis aan de rivier. Samen met haar kat Josefien.”

“Is Josefien de zwarte dameskat die bovenop de schoorsteen zat?”, vraagt Oude Sam geïnteresseerd.

“Ja”, zegt Jack, “Josefien helpt Elly om niet te verdwalen in de mist die nog in haar hoofd zit. Ik vrees dat het een vooropgezet plan was om iedereen in Rivierenland in slaap te laten vallen. Dat was de enige manier waarop ze Elly konden ontvoeren.”

Na die mededeling valt het gezelschap stil. Oude Sam zit op de rand van de badkuip. Het wordt langzaam donker. Zijn gedachten dwalen af naar Josefien. De sterren aan de nachtelijke hemel maken langzaam plaats voor hartjes.

Jack en het Boomelfje kijken elkaar aan. Jack knikt. “Dit is magisch”, fluistert hij, “laten we zoveel mogelijk sterrenhartjes verzamelen. Die kunnen nog wel eens heel goed van pas gaan komen..”


Opeens mondt de rivier uit in een meer. Aan de overkant van het meer zien onze vrienden een hoge muur van bergen. Met in het midden een donkere grijze sluier.

Oude Sam en het Boomelfje kijken Jack aan.  “Wat is dat voor vreemd iets?”, vraagt Oude Sam.

“Dat”, zegt Jack, “dat is de doorgang naar Het Mistige Land. We kunnen maar beter meteen gaan voordat we gezien worden.”

Hij wijst omhoog. In het licht van maan cirkelen vreemde uitziende wezens rond.

“Wat een engerds”, fluistert het Boomelfje, “ga maar gauw”.

Jack geeft gas en de badkuip met onze vrienden vaart door de sluier. Een moment lang zien ze helemaal niets. Dan komen aan de andere kant weer tevoorschijn. Ons drietal is bedekt met een deken van grijze smurrie. Vol afgrijzen kijken ze elkaar aan.

“Ieuw”, rilt Jack, “ik was vergeten hoe walgelijk dit is..”


Onze vrienden zijn eindelijk in Het Mistige Land aangekomen. Veel kunnen ze niet zien. Overal hangt mist.

“En nu?”, vraagt Oude Sam aan Jack.

“We verstoppen de badkuip en gaan te voet verder”.

Het drietal gaat aan de slag. Ze duwen de badkuip de oever op en bedekken deze met het grote zeil. Ze nemen alleen de rugzak mee en het zakje met sterrenhartjes. Ze banen zich in stilte een weg door de mist tot ze bij een partij rotsen aankomen.

Jack klautert behendig omhoog. “Pas op”, zegt hij, “het is hier glad en glibberig.”

Als onze vrienden bijna boven zijn horen ze aan de andere kant van de rotsen het geluid van rondscharrelende poten.

“Houd je vast”, zegt Jack.

Een woest uitziend verenhoofd komt opeens tevoorschijn. In zijn vleugels een toverstok. Twee gele ogen kijken Jack priemend aan.

“Aha”, buldert de uil, “ Jack Eekhoorn, ik wist dat je terug komen. Ik heb op je gewacht..”

Oude Sam en het Boomelfje vallen van schrik bijna van de rotsen af. Ze klampen zich vast.

“Waarom heeft hij op je gewacht, Jack?”, fluistert Oude Sam, “wat is hier aan de hand”.


Jack klautert razendsnel verder op en springt op de woest uitziende uil af. Met luid gelach vallen de twee in elkaars armen.

“Oude makker”, zegt Jack, “goed je zien”.

De uil klopt Jack met zijn vleugels enthousiast op zijn rug.

“Ik heb op je gewacht maar ik had zo gehoopt je niet meer te zien hier”, zegt de Uil.

“Ik weet het”, zegt Jack, “ik was ook liever weggebleven”.

“Dat betekent dus dat ze Elly toch weer te pakken hebben gekregen”.

“Yep”, zegt Jack, “deze keer heb ik hulp bij me. Oude Sam en het Boomelfje hebben een boodschap ontvangen van Elly via de radio. Ze had het over de gouden.”

“Nee toch, niet de gouden duinen”, zegt de uil, “dan hoop ik dat we nog op tijd zijn”.

Hij stampt drie keer met zijn stok op de grond en met een grote flits verdwijnt het hele gezelschap naar een hele andere wereld. Een planeet met alleen maar gouden duinen..


“Ieuw”, zegt Jack, “dat reizen via zo’n toverstok went nooit”.

Oude Sam en het Boomelfje kijken intussen sprakeloos om zich heen. Zoiets hebben ze nog nooit gezien. Gouden duinen zover het oog reikt.

In de verte zien ze opeens beweging. Een prachtige gedaante komt over het duin naar hun toe lopen. Ze draagt een harnas en haar lange haardos bestaat uit veren. Uilenveren.

Bij onze groep vrienden aangekomen knielt het betoverd mooie wezen neer. Ook in haar hand een toverstok. Eentje die heel erg lijkt op die van de uil.

“Dag vader”, zegt het wezen, “wat fijn dat u hier bent.”

“Dag dochter”, zegt de uil, “fijn je weer te zien. Vertel eens, zijn we nog op tijd?”

Oude Sam en het Boomelfje vinden het maar vreemd. Hoe kan zo’n prachtig wezen een uilendochter zijn. En wat is het waar ze voor op tijd moeten zijn? Het lijkt wel alsof iedereen weet wat er aan de hand is. Alleen zij nog niet. Ze kijken naar het bonte gezelschap waar ze deel van uitmaken.

De Uilendochter kijkt haar vader aan terwijl ze antwoord geeft op zijn vraag.

“Ik hoop het”, zegt ze, “er gebeuren vreemde dingen in de Gouden Duinen. Kom mee, dan laat ik het jullie zien..”


Het gezelschap gaat op pad.

“Kan iemand ons vertellen wat er allemaal aan de hand is?” bromt Oude Sam.

“Natuurlijk”, zegt de Uil, “we zijn blij dat jullie hier zijn. Zonder jullie hadden we nooit geweten dat Elly weer verdwenen is.

Jack schraapt zijn keel. “Jullie weten dat Elly oorspronkelijk uit het Mistige Land komt en dat ik haar heb helpen ontsnappen naar Rivierenland.”

“Ja”, zegt Oude Sam, “en dat het een vooropgezet plan was om iedereen daar in slaap te brengen zodat ze haar weer konden ontvoeren.”

“Waarom willen ze Elly ontvoeren?”, vraagt het Boomelfje.

De Uil kijkt haar aan. “De mist in het hoofd van Elly is heel krachtig. Daarachter verdwijnen dingen. Dingen die wij vervolgens voorgoed kwijt zijn.”

De Uilendochter kijkt Oude Sam aan. “Het feit dat ze Elly naar mijn planeet hebben gebracht betekent dat ze grote plannen met haar hebben. Ik ben bang dat ze haar willen gebruiken om jouw hele wereld onder te dompelen in de mist. Zodat jullie allemaal verdwalen en alles kwijt zijn.”

Na die mededeling valt het hele gezelschap stil. Ze klauteren over weer een duin.

“Kijk”, zegt de Uilendochter, “dit wilde ik jullie laten zien”.

De groep stopt en kijkt vol ontzag naar een bouwwerk in de verte. Het is een gigantische buitenpost. Wat gebeurt daar toch..


Voorzichtig sluipt de groep dichterbij. Rondom de buitenpost is het een en al bedrijvigheid. Mistige wezen zweven af en aan met onderdelen en voorraad.

“Hoe komen we er in vredesnaam achter wat daar gebeurd?”, zegt het Boomelfje.

“Ja”, zegt Oude Sam, “en wat moeten ze met zo’n gebouw voor Elly”.

De Uilendochter kijkt het gezelschap aan.

“Kijk nog maar eens goed”, zegt ze. “het is geen gebouw. Het is iets anders.”

Jack stopt, kijkt nog eens goed en draait zich om naar de groep.

“Zien jullie wat ik zie?”, vraagt hij.

“Ik ben bang van wel”, zegt de uil.

Oude Sam en het Boomelfje kijken nog eens goed. Plotseling zien zij het ook. Het is een raket.

“Ze bouwen een raket?”, zegt het Boomelfje met een vragende ondertoon.

“Ja”, zegt de Uilendochter, “ik ben bang dat ze die willen gebruiken om de mist uit Elly’s hoofd te verspreiden over jullie wereld..”

“Oh nee”, roept Oude Sam, “dat moeten we voorkomen. Wat kunnen we doen..”


Onze groep vrienden kruipt bij elkaar. Wat kunnen ze doen om te voorkomen dat de raket de mist uit Elly’s hoofd over onze wereld verspreidt.

“We kunnen de badkuip tegen de raket laten aanvliegen”, zegt Jack.

“Ja”, zegt de Uil, “dan kan de raket niet meer vertrekken”.

“Nee joh, “zegt Oude Sam, “misschien is Elly wel aan boord. We kunnen niet het risico lopen om haar kwijt te raken.”

“Mm,” zegt Jack, “daar heb jij weer een punt”.

De Uilendochter kijkt onze vrienden aan. “Ik heb de mistige wezens gevolgd toen ze met Elly naar deze planeet kwamen. Volgens mij houden ze haar aan boord van de raket gevangen.”

“Dan moeten we haar eerst bevrijden”, zegt Jack.

Opeens begint het te waaien. Zwarte wolken trekken langzaam over de Gouden Duinen heen en verbergen alles. Het lijkt wel nacht, zo donker. De mistige wezens worden meegenomen door de wind. Een diepe stilte daalt neer.

“Dit is onze kans”, zegt Jack.

“Ja”, zegt Oude Sam, “kom, we rennen naar de raket”.

De stilte voor de storm wordt verbroken door onweer. Bliksem verlicht de hemel. De wind buldert. Onze vrienden rennen naar de raket. Tot ze opeens niet meer verder kunnen. Iets houdt ze tegen..


Even plotseling als de storm op was komen zetten, even plotseling gaat deze weer liggen. Als het zand van de Gouden Duinen weer is gaan liggen zien onze vrienden dat ze in een of ander bouwwerk zijn terecht gekomen.

“Wat is dit”, mauwt Oude Sam.

“Ik ga kijken”, zegt het Boomelfje. Ze fladdert rond door het bouwsel en komt dan zenuwachtig terugvliegen naar de groep.

“Het lijkt wel een kooi”, zegt ze, “overal om ons zijn tralies van hout.”

Opeens horen ze het geluid van vleugels. De mistige wezens zijn teruggekeerd. Ze zweven door de lucht en komen langzaam richting onze vrienden.

“Verhip”, zegt Jack, “we moeten zo snel mogelijk hier weg.”

“Gebruik je toverstok, dochter,” zegt de Uil.

De Uilendochter stampt drie keer op de grond maar er gebeurt niets. Onze vrienden staan nog steeds in de kooi.

“Dubbel verhip”, zegt Jack, “dit is een anti-toverkooi. Kom op, we moeten hier weg.”

Onze groep vrienden draait zich om en rent terug. Op datzelfde moment zijn de mistige wezen bij de kooi aanbelandt. Ze duwen tegen iets aan bij de ingang. Langzaam komt het hek in beweging tot deze met een luide klap dichtvalt.

Onze vrienden zitten gevangen. De storm, de mistige wezens die wegvlogen.. het was een val. Ze zitten gevangen..


De mistige wezens cirkelen rond de kooi waar onze vrienden gevangen zitten.

“Jullie hadden hier niet moeten komen.” De stem die dit zegt klinkt magisch, betoverend. De een na de andere stem herhaalt deze woorden. De lucht vult zich met een bijna engelachtig geluid.

De wezens cirkelen steeds dichter rond de kooi. Met hun poten pakken ze de bovenkant vast. De kooi komt los van de grond. Onze vrienden proberen wanhopig om zich staande te houden maar dat lukt niet. Ze rollen over de vloer tot ze allemaal duizelig zijn.

Oude Sam denkt terug aan het avontuur van vorig jaar. Toen ze een antieke pot vonden op het eiland van de Moederboom. Volgens haar moest die pot worden opengemaakt door een wijze zwarte kat. De lucht die uit die pot kwam maakte hem toen ook zo duizelig. Hij kreeg een visioen van wat ze moesten doen om de boomgeesten te redden.

Oude Sam voelt dat hij weer wakker is en droomt tegelijkertijd. Hij ziet een wereld gehuld in mist. Waar iedereen verdwaalt en alles kwijt is. En hij ziet ook wat ze moeten doen om te ontsnappen aan de mistige wezens.

Nog steeds duizelig roept hij het Boomelfje. Als het haar eindelijk gelukt is om bij Oude Sam te komen klampt ze zich aan hem vast. De mistige wezens mogen niets horen. Oude Sam fluistert in haar oor wat ze moet doen..


Het Boomelfje vliegt naar boven. In het midden van kooi zit een lange smalle schacht. Die uitmondt in een groot oog. Dat is hoe de kooi bestuurd wordt. Onze vrienden kunnen daar niet komen. De schacht is afgesloten met een luik.

Het Boomelfje haalt een zakje tevoorschijn en maakt deze voorzichtig open. Ze pakt een sterrenhartje. Die duwt ze in het slot van het luik. Een warm licht verspreidt zich. Met een klein plofje schiet het luik open.

Het Boomelfje vliegt naar binnen. Steeds hoger en hoger tot ze bij het oog uitkomt. Onder het oog zit een prachtige steen van bloedkoraal omringt door gele en blauwe edelstenen. De steen zit vast op een halfronde ring. Voorzichtig peutert ze touwen los.

De steen blijkt op een diadeem te zitten. Als deze loskomt van de touwen zet het Boomelfje de diadeem op haar eigen hoofd. Vervolgens nestelt ze zich in kleermakerszit op de plek van de steen. Ze pakt de randen van oog vast en sluit haar ogen. Heel zachtjes begint het Boomelfje te neuriën.

De bloedkoralen steen licht langzaam op. Rood licht verspreidt zich.

“Zing mee”, zegt Oude Sam, “dan maken het rode licht sterker en kunnen we ontsnappen.”

Eén voor één begint iedereen mee te zingen. Eerst zachtjes, dan steeds harder. Het rode licht begint te dansen in de lucht.

 Onze groep vrienden houdt haar adem in. Wat gaat er nu gebeuren..


Het rode licht danst in de lucht. Dan beginnen zich opeens letters te vormen. De letter z, in clubjes van 3. Een grote letter Z met op haar staart een volgende letter. En op die staart ook nog een letter z. Het lijken wel een soort luchtpaardjes die elkaars staart vasthouden.

De clubjes met luchtpaardjes verspreiden zich en dansen op de mistige wezens af. Iedere keer als ze één van de mistige wezens aanraken valt deze in slaap en zweeft naar de grond. De luchtpaardjes nemen vervolgens de plek in van het mistige wezen en zorgen er zo voor dat de kooi blijft vliegen.

“Wauw”, zegt Jack, “dit heb ik nog nooit meegemaakt”.

“Nee”, zegt Oude Sam, “ik ook niet”.

“Wat prachtig is dit”, zegt de Uilendochter, “wat een mooie wezens”.

De Uil schraapt zijn keel. “Nou”, zegt hij, “ik weet niet of het wel echt van die prachtige wezens zijn”.  Hij wijst om zich heen. De luchtpaardjes hebben alle mistige wezens aangeraakt en hun plek ingenomen. En nu zweven er een paar luchtpaardjes de kooi in, recht op onze vrienden af.

Ze deinzen terug maar kunnen nergens heen. Eén voor één worden onze vrienden ook aangeraakt. Ze zakken in elkaar op de grond van de kooi. In een hele diepe slaap. Hoog boven hun uit torent het Boomelfje, volledig in trance. Waar brengt ze onze vrienden heen?


Heel langzaam wordt Oude Sam wakker. Vreemde geluiden dringen tot hem door. Hij hoort het geschuifel van voeten, een hoop gekletter en ruikt van alles. Voorzichtig doet Oude Sam zijn ogen open.

“Ah”, hoort Oude Sam zeggen, “bonjour, good morning, jij bent wakkerrrr”.

Voor hem staat een muis. Een dames muis. In haar hand een grote pollepel. Ze draagt een kookschort. Zo’n Franse met een Bretons streepje. Het gekletter komt van een hoop potten en pannen die staan te pruttelen op het vuur. Het ruikt heerlijk.

“Wie ben jij?”, vraagt Oude Sam.

“Je suis Madeleine Souris”, zegt de muis, “et toi?”.

“Pardon”, zegt Oude Sam, “wat zeg je?”

Ah excuses moi”, zegt de muis, “iek was even vergeten dat niet iedereen Français praat. Mijn naam ies Madeleine. Madeleine Muis. Iek ben de chef kok hier.”

“Ah”, zegt Oude Sam, “ik ben blij je ontmoeten. Ik heb je gezien in een visioen.”

“Mais oui”, zegt Madeleine, “La Boom Elfje heeft mij alles verteld. C’est tres bon dat ze jullie naar ier heeft gebracht.”

“Waar is hier?”, vraagt Oude Sam nieuwsgierig. Hij hoopt dat het Boom Elfje , “en waar zijn mijn vrienden?”

“Ier is het kasteel in Het Land van De Verloren Tijd”, zegt Madeleine Muis. “Kom, iek breng je naar je vrienden. Die zijn al wakker en zitten al aan tafel. Iek heb een overheerlijke bomenschotel voor jullie gekookt.”

Oude Sam volgt het grappige dametje naar de eetzaal. Wordt zijn visioen echt werkelijkheid en staan ze op het punt om Elly te redden?


Het Boom Elfje ziet Oude Sam als eerste binnenkomen. Ze vliegt enthousiast op hem af terwijl ze een spervuur van woorden om hem afvuurt

“Je bent weer wakker! Heb ik het goed gedaan? Ik vond het zo spannend.”

“Je hebt het hartstikke goed gedaan”, zegt Oude Sam terwijl hij aan tafel aanschuift. Het is een hartelijk weerzien met zijn vrienden. Hij krijgt een portie bomenschotel voorgeschoteld van Madeleine Muis.

“Eerst wat eten”, zegt ze, “op een lege maag ies het slecht plannen maken”.

Als iedereen genoeg heeft gegeten ruimen ze gezamenlijk de tafel af. “Zo”, zegt Jack Eekhoorn, “vertel eens over dat visioen en hoe gaan we Elly redden. Wij zijn hier en zij zit nog in die raket die in de Gouden Duinen staat”.

“Er is een reden dat we hier zijn”, zegt Oude Sam, “in dit kasteel in het Land van de Verloren Tijd. Mijn visioen liet zien dat we hier een speciale plant kunnen vinden. We hebben de bloemen nodig voor een speciaal drankje. Daarmee kunnen we Elly redden. ”

“Ah”, zegt Madeleine Muis, “iek denk dat ik weet welke plant je bedoelt”.

Ze staat op en de groep volgt haar naar de kasteeltuin. Daar staat een struik met prachtige bloemen. Op aanwijzingen van Oude Sam scheuren ze die voorzichtig los.

Oude Sam kijkt Madeleine Muis aan. “Nu hebben we een grote pan met heet water nodig. En wil jij voor ons jouw speciale koekjes bakken? Die hebben we ook nodig.”

“Natuurlijk wil iek mijn speciale koekjes bakken”, zegt Madeleine, “maar voor iek dat doe moet iek een hartig woordje met Jack Eekhoorn wisselen.”

“Sjips”, zegt Jack, “ik hoopte nog zo dat je me niet herkend had”..


“Mais oui, Jack, natuurlijk heb iek je herkend”, zegt Madeleine Muis, “een muis vergeet niet gauw”.

“Wat heb je gedaan, Jack?” vraagt de Uil. Hij slaat zijn vleugel om Jack heen die een beetje sip naast hem zit.

“Ja Jack, wat heb je gedaan?”, vraagt het Boom Elfje terwijl ze voor zijn gezicht heen en weer fladdert.

“Ik heb jullie aan het begin van ons avontuur toch verteld dat ik dit hoopte nooit meer naar de Gouden Duinen te gaan omdat ik daar niet erg welkom ben?” Jack kijkt Oude Sam en het Boom Elfje aan. Die knikken instemmend. Dat herinneren ze zich nog.

“Je wilde toen niet meer vertellen dan dat je tanden ergens in hebt gezet”, zegt Oude Sam.

“Oh Jack”, roept de Uilendochter uit, “heb je echt je tanden gezet in een van de beroemde koekjes van Madame Madeleine?”

Jack knikt schuldbewust.

“Mais oui Jack”, zegt Madeleine Muis, “en toen iek je achterna kwam heb je iets meegenomen waardoor ik nu mijn speciale koekjes niet meer kan bakken. Hoe moeten we nu Elly redden?”

Jack kijkt nog schuldbewuster. “Het spijt me”, zegt hij, “ik schrok en toen viel er een fles en die heb ik meegenomen”.

“Wat heb je met die fles gedaan?”, vraagt Oude Sam.

“Die heb ik begraven”, zegt Jack.

“Waar?”, vraagt Oude Sam.

“Net buiten de kasteelmuur”.

“Kun je die plek nog terugvinden?”, vraagt Oude Sam.

“Ik denk het wel”, zegt Jack.

“Nou”, zegt Oude Sam, “dan graven we de fles toch gewoon op”.

Onze groep vrienden knikt instemmend. Wat een goed idee. Ze lopen met zijn allen naar de plek waar Jack denkt dat de fles ligt en beginnen te graven. Gelukkig blijkt er niets mis met het geheugen van Jack Eekhoorn. Al gauw vinden ze waar ze naar op zoek zijn.

Het is een prachtige ronde fles, helemaal zwart. Ze halen de fles uit het gat. Er gebeurt iets magisch. De fles begint te zweven. Glitterlicht danst om de fles heen. Het zwart lost langzaam op en komt in sierlijke slierten uit de hals van de fles zweven.

“Oeh, zien jullie wat iek zie”, piept Madeleine Muis.

De groep kijkt nog eens goed. Er zit iemand in de fles..


“Verhip”, zegt Jack, “het is Elly”.

“Ohhhhh”, zegt het Boom Elfje, “ja, het is haar. We hebben haar gevonden.” Ze danst opgetogen rond de fles. “Hoe krijgen we Elly uit de fles?”

“Ik denk niet dat we daar zoveel voor hoeven te doen”, zegt Oude Sam.

Elly is bijna doorzichtig. Als het zwart op de bodem van de fles is opgelost komt ook zij naar buiten zweven. Langzaam opent zij haar ogen.

“Ha Elly”, zegt Jack, “wat fijn je weer te zien”.

“Ken ik u, meneer?”, zegt Elly.

“O jee”, zegt Jack, “wat is het laatste wat je je herinnert?”

Elly kijkt hem peinzend aan. “Ik weet het niet”, zegt ze, “er lijkt wel een gordijn van mist in mijn hoofd te zitten. Het enige wat ik zie zijn wezens die door de lucht zweven”.

“Ah”, zegt Madeleine Muis, “dan hebben de luchtpaardjes jou ook naar ier gebracht. Nu moeten we er alleen nog voor zorgen dat de mist in je hoofd oplost. Daarvoor hebben we het bloemendrankje van Oude Sam nodig. En mijn speciale koekjes.”

Madeleine Muis wuift met haar pollepel en onze groep vrienden volgt haar naar de keuken van het kasteel. Bij de deur aangekomen horen ze een hoop gekletter.

“Kom op, Buddy”, horen ze iemand zeggen, “schiet op, We moeten het vinden”.

Geschrokken kijken ze elkaar aan. Wie is er in de keuken en waar zijn ze naar op zoek..


Madame Madeleine pakt haar pollepel stevig vast en geeft de Uil en Uilendochter een knikje. Ook zij pakken hun toverstok stevig vast. Met zijn drieën rennen ze naar binnen.

“Sta stil of iek sla jullie met mijn pollepel op je kop”, roept Madame Madeleine.

Razendsnel schieten twee figuren een keukenkastje in en slaan het deurtje dicht.

“Kom op, schuif eens op, we moeten onszelf goed verbergen.”

Onze vrienden kijken elkaar met grote ogen aan. Madame Madeleine loopt naar het keukenkastje toe en trekt het open.

“Het heeft niet zoveel zin om jullie te verstoppen als we allemaal gezien hebben dat jullie dit keukenkastje in gesprongen zijn.”

Bedremmeld kruipen de twee figuren uit de kast. Iedereen kijkt nog eens goed. Zien ze het goed? Voor hun staat een piraat. Een zeemeeuwpiraat Zo eentje met een ooglapje. Een papegaai met kuif zit op zijn vleugel.

“Wie zijn jullie?”, vraagt Oude Sam.

“Nou”, zegt Jack Eenhoorn, “dat kan ik jullie wel vertellen. Dat zijn Kapitein Roodbeen en zijn papegaai Iezo. Man, wat ben ik blij jullie te zien. Dat betekent dat we Elly straks weer mee kunnen nemen naar Rivierenland.”

Met luid gelach vallen de drie in elkaars armen en slaan elkaar op de rug.

“Als jullie klaar zijn verwacht iek wel enige uitleg”, zegt Madame Madeleine, “waar zijn jullie naar op zoek en waarom ies het nodig om mijn keuken daarvoor overhoop te trekken.”

Kapitein Roodbeen schraapt zijn keel. “Excusez, mooie dame, mijn stuurman is verdwaald in de mist in zijn hoofd en kan ons schip niet meer besturen. We hebben gehoord dat u iets in uw keuken heeft wat kan helpen om die mist op te lossen.”

Ieders adem stokt in zijn of haar keel. Kan het drankje van Oude Sam en de koekjes van Madame Madeleine zowel Elly als de stuurman van Kapitein Roodbeen helpen?


“Iek denk dat we aan de slag moeten”, zegt Madame Madeleine.

“Wat moeten we doen?”, roept het Boom Elfje die enthousiast met haar vleugels wappert.

“Pak jij de poedersuiker maar”, zegt Madame Madeleine.

“En jij Oude Sam, pak jij het meel.”

De Uil en Uilendochter worden op pad gestuurd om de boter en eieren uit de voorraadkast te halen.

Madame Madeleine kijkt Kapitein Roodbeen goed aan. “Iek hoop dat jij een echte piraat bent. Een echte piraat gaat nooit van huis zonder zijn rum”.

Iezo de papegaai valt kakelend van het lachen van de schouder van Kapitein Roodbeen. “Jij bent echt een grappig dametje”, zegt hij als uitgelachen is. “Mon capitain lust geen rum. Maar ik gelukkig des te meer”. En met een grote grijns tovert Iezo een fles rum onder zijn vleugel vandaan.

Madame Madeleine moet ook lachen. “Jij bent een grappige papegaai. Doe jij gauw eens een beetje rum in dit toverflesje. Dat maakt mijn koekjes nog lekkerder.”

Iedereen gaat aan de slag. Madame Madeleine kan eindelijk haar beroemde koekjes bakken. Oude Sam heeft inmiddels met behulp van Jack en de Uil een grote theeketel op het vuur gezet. Daarin strooien ze de bloemen die ze eerder die dag geplukt hebben.

“Muziek, maeastro!”, roept Iezo de papegaai, “dan dansen we onze stuurman hierheen”.

Kapitein Roodbeen trekt zijn mondharmonica tevoorschijn en zet een vrolijk deuntje in. Iezo de papegaai zet zijn vleugels in zijn zij en danst al zingend door de lucht. Vrolijke noten vullen de kamer. Iedereen houdt gespannen zijn of haar adem in.

“Kijk”, zegt Oude Sam en hij wijst uit het keukenraam. Iedereen rent er naar toe. Er gebeurt iets buiten. De lucht trekt samen, gerommel klinkt en de hemel licht op. Met een luid geraas komt er iets groots tevoorschijn. Ieders mond valt open van verbazing. Zoiets hebben ze nog nooit eerder gezien..


Het is een schip dat tevoorschijn is gekomen. Een piratenschip. Het piratenschip van Kapitein Roodbeen. Met de badkuip van Jack Eekhoorn op sleeptouw. Ze zweven in de lucht.

“Whioe”, roept Jack, “je hebt mijn badkuip opgehaald”.

“Ja”, zegt Kapitein Roodbeen, “dat leek ons veiliger dan ‘m in Het Mistige Land laten. Je weet maar nooit of de mistige wezens jouw badkuip aan de praat zouden krijgen en je op die manier weten te vinden. Helaas resulteerde die reddingsactie wel in een stuurman die vastzit in de mist in zijn hoofd. Iezo en ik hebben het maar net voor elkaar gekregen om hier te komen.”

Elly zit intussen samen met de Uilendochter aan de keukentafel. “Ik begrijp er helemaal niets van”, zegt ze beduusd.

“Iek snap dat het vervelend is, mijn lieve kind”, zegt Madame Madeleine, “maar jij bent in het Land van de Verloren Tijd. De bloesemthee van Oude Sam en mijn Madeleine koekjes gaan jou zo helpen met het terughalen van jouw herinneringen.

Elly en de rest van het gezelschap kijken Madame Madeleine aan. Ze zijn allemaal reuzebenieuwd en wachten met spanning tot de koekjes van Madame Madeleine klaar zijn. In de tussentijd worden, op aanwijzingen van Oude Sam, twee theekopjes gevuld met heet bloesemwater. Één voor Elly en één voor stuurman van het piratenschip van Kapitein Roodbeen. Die is inmiddels van boord gehaald en zit gezellig naast Elly aan de keukentafel.

“Nog niet opdrinken”, zegt Madame Madeleine, “het is de bedoeling dat jullie mijn koekjes in de thee dopen. Die moet je opeten. De smaak ervan brengt jullie herinneringen weer naar boven.”.

Elly doopt een koekje in de thee en neemt een hapje. En nog een hapje. De stuurman doet hetzelfde.

“Mm, lekker”, zegt ze en eet de rest van het koekje ook op.

Onze groep vrienden kijkt haar verwachtingsvol aan.

“À la recherche du temps perdu”, verzucht Madame Madeleine.

Iezo de papegaai kakelt weer op de grond van het lachen. Als zijn lachbui een beetje tot bedaren is gekomen zegt hij tegen Madame Madeleine: “Jij praat echt grappig. Ik begreep er echt helemaal niets van.”

“Gekke jongen”, zegt Madame Madeleine terwijl ze hem weer op de schouder van Kapitein Roodbeen zet. “Dat betekent: op zoek naar de verloren tijd. Kijk maar wat er in het hoofd van deze twee gebeurd.”

Onze groep vrienden ziet slierten mist ontstaan rond het hoofd van Elly en de stuurman en langzaam oplossen. Iedereen houdt zijn adem in. Vinden deze twee hun geheugen weer terug?


Iedereen ziet hoe de slierten mist rond het hoofd van Elly en de stuurman omhoog kringelen en oplossen in de lucht.

“Wauw”, zegt Elly, “de mist in mijn hoofd is weg. Ik kan weer alles zien”.

“Ja”, zegt de stuurman, “ik ook”.

Hij kijkt Elly recht in de ogen. Zijn adem stokt in de keel. “Maar ik kan me niet herinneren ooit zo’n schone dame als u te hebben getroffen. Mag ik weten hoe u heet?”

Elly kijkt hem aan en haar ogen beginnen te stralen. “Ik heet Elly, hoe heet u, meneer?”

“Mijn naam is Clifford Kikker, schone dame. En ik geloof dat ik zojuist verliefd op u ben geworden.”

“Ja”, zegt Elly, “ik geloof ook dat ik verliefd op u ben geworden”.

Jack pakt de hand van Elly vast, neemt zijn hoed af en leunt zwierig op de punt van zijn schoenen. “Wil je met me trouwen, lieve Elly, ik wil je nooit meer kwijt?”

Elly maakt een sierlijke buiging. “Maar natuurlijk, ik doe niets liever. Nu ik eindelijk mijn prins heb gevonden wil ik je nooit meer kwijt.” En ze geeft Clifford Kikker een kus.

“Iek geloof dat iek een bruidstaart moet bakken”, roept Madame Madeleine opgetogen.

“Muziek, maestro!”, roept Iezo de papegaai, “het is feest!”.

Kapitein Roodbeen pakt zijn mondharmonica en zet een lied in. Het Boomelfje strooit de sterrenhartjes van Oude Sam in het rond. Jack Eekhoorn zit met tranen in zijn ogen toe te kijken. De Uil en zijn dochter slaan een arm en vleugel om hem heen.

“Ik ben zo blij dat Elly eindelijk geluk en liefde heeft gevonden”, zegt Jack.

“Ja”, zegt Oude Sam terwijl hij aan de zwarte kat Josefien denkt, “vandaag vieren we feest en morgen kijken we wel hoe we terug komen in Rivierenland. Daar slaapt iedereen nog. Het enige wat ons nog te doen staat in dit avontuur is iedereen daar wakker maken”..


De volgende ochtend pakt iedereen zijn spullen om daarna aan te schuiven aan het ontbijt. Kapitein Roodbeen en Iezo de Papegaai springen op tafel.

“Mon capitain heeft iets besloten”, roept Iezo de papegaai.

“Ja”, zegt Kapitein Roodbeen, “ik heb besloten om mijn schip aan Elly en Clifford te geven. Dan kunnen zij voor eeuwig op huwelijksreis.”

Elly en Clifford stralen. “Wauw”, zegt Elly, “dat heb ik nu altijd al willen doen. Met de prins van mijn dromen rond de wereld reizen en avonturen beleven”. Ze bedanken Kapitein Roodbeen en Iezo de papegaai voor hun mooie cadeau. Bepakt met heel veel koekjes van Madame Madeleine varen ze weg op het zwevende piratenschip.

Iezo de papegaai springt van de rug van Kapitein Roodbeen en hupt naar Jack Eekhoorn toe.

“Mogen wij een lift in jouw badkuip naar Rivierenland? Dan kopen we daar wel een nieuw schip.”

“Natuurlijk mogen jullie mee”, zegt Jack, “wie gaat er nog meer met ons mee?”

Iek blijf ier”, zegt Madame Madeleine, “iek kan niet zonder oven in mijn kasteel. Daar bak iek weer de lekkerste koekjes die helpen om de verloren tijd terug te vinden.”

De Uil en zijn dochter kijken Jack aan. “Wij gaan via onze toverstok terug naar de Gouden Duinen en het Mistige Land. Dan kunnen wij reizigers die verdwaald zijn in de mist in hun hoofd helpen om naar het Land van der Verloren Tijd te komen voor de koekjes van Madame Madeleine.

“Ik ga zeker met je mee”, zegt Oude Sam, “ik wil Rivierenland helpen om wakker te worden”. Het beeld van de zwart kat van Elly, Josefien, zweeft weer door zijn hoofd heen.

“Ik ga ook mee”, zegt het Boomelfje, “ik hoor in Rivierenland thuis”.

En zo gaat iedereen op pad. Oude Sam, het Boomelfje, Kapitein Roodbeen en Iezo de papegaai in de badkuip van Jack Eekhoorn. Naar Rivierenland. Daar aangekomen is het nog steeds overal onheilspellend stil. Lukt het onze vrienden om iedereen daar weer wakker te krijgen?..


De badkuip van Jack Eekhoorn met aan boord Oude Sam, het Boomelfje, kapitein Roodbeen en Iezo de Papegaai dobbert voor het huis van Elly rustig op de rivier.

“Hoe wil je iedereen wakker maken?”, vraagt kapitein Roodbeen aan Oude Sam.

“Met de bloesemthee uit het Land van de Verloren Tijd”, zegt Oude Sam. “Zonder de koekjes van Madame Madeleine is het nog steeds heel krachtig.”

Oude Sam opent het flesje en strooit de inhoud in de rivier. Langzaam zien onze vrienden de bloesemthee vermengen met het rivierwater. Het water begint te borrelen en dampen rivierbloesemthee stijgen langzaam op. De lucht begint te dansen, raakt dingen aan, kriebelt neuzen en een wonder gebeurt.. Rivierenland ontwaakt.

“Wauw”, zegt het Boomelfje, “dank je wel, Oude Sam, ik wist dat je ons kon helpen. Ik ben zo blij dat dit avontuur een goed einde kent.”

“Ja”, zegt Oude Sam, “terwijl hij omhoog kijkt naar het dak waar de zwarte kat Josefien zit. Hij ziet hoe de lucht van de rivierbloesemthee haar neus kriebelt. Josefien rekt zich uit zoals alleen een kat kan doen.

“Prrrr”, spint ze vol genoegen, “dat was een heerlijk tukje.”

Ze ziet onze vrienden onderaan de rivier bij het huis staan. “Wat doen jullie hier?”, vraagt ze.

“Oh Josefien, we hebben zoveel beleefd”, roept het Boomelfje uit, “kom hier, dan vertellen we je er alles over.”

Josefien kruipt van het dak af en springt sierlijk naar beneden. Ze kijkt het gezelschap aan en richt zich dan tot Oude Sam.

“Hallo knappe jongen”, zegt ze en geeft hem een kopje, “vertel me er alles over.”

En samen gaan ze op de tak zitten waar dit avontuur van Oude Sam ook begon. Jack Eekhoorn, kapitein Roodbeen en Iezo de papegaai strijken i het gras voor het huis neer. Het boomelfje fladdert zachtjes mee met de wind en zegt met een zucht: “Dat was een mooi avontuur”.

En dat was het.


Dit avontuur van Oude Sam draag ik op aan Elly, mijn tante die in 2019 op 71-jarige leeftijd overleed aan een hartstilstand en zo ontsnapte aan de vreselijke ziekte die Alzheimer heet.

Het schrijfproces is een bijzonder iets. Ik weet van te voren ook niet wat er gaat gebeuren. Op dag 4 was het woord radio. En tekende ik de oude Philips radio van Elly. Dat bracht mij de wens om haar te redden van de mist in haar hoofd.

Dat is hoe zij zelf de Alzheimer omschreef. Dingen zaten verstopt achter de mist. Ze zag ze wel maar ze kon er niet meer bij.

Ik heb vele uren met haar mogen doorbrengen als haar mantelzorger. Ze sprak ook regelmatig de wens uit dat ze zo graag nog had willen reizen en avonturen beleven. Als schrijver van dit verhaal had ik vervolgens de heerlijke vrijheid om haar dat te laten doen. Samen met de liefde van haar leven.

Lieve mensen, dementie is een vreselijke ziekte. Ik heb de afgelopen maand de nieuwe campagne van Alzheimer Nederland online zien komen. Wat ALZ… jij het bent?

Inderdaad, wat als jij het bent. Of één van je naasten. Dementie is op dit moment doodsoorzaak nummer 1 en 1 op de 3 vrouwen krijgt het. We kunnen dementie stoppen, maar alleen als er meer onderzoek komt.

Ik wil het verhaal van dit jaar daarom niet alleen aan Elly opdragen maar jullie ook vragen om op geheel eigen wijze iets bij te dragen. Laten we ervoor zorgen dat dementie niet onze toekomst wordt en dat de mensen die het nu hebben beter geholpen kunnen worden.

Meer informatie en doneren kan via: https://www.alzheimer-nederland.nl/stop-dementie

Met alle liefs van InK